Nikko here we come
We nemen afscheid van het door wolken bedekte Hakone en zetten koers richting Nikko. Een autorit van zo'n 260 kilometer, wat volgens Google Maps makkelijk in drie en een half uur mogelijk zou moeten zijn, tenzij je zoals ons onderweg besluit te gaan eten bij een P met eetgelegenheid. We hebben niet bepaald haast, maar anderhalf uur was nu ook weer niet de bedoeling.Zonder grap, dit was heerlijk:

Onze bestemming is Kawaji Onsen, een klein plaatsje iets buiten Nikko, beroemd om z’n natuurlijke warmwaterbronnen. We slapen hier in een traditioneel Japans ryokan (旅館), en dat betekent: schoenen uit, pantoffels aan, tatami matten onder je voeten en een futon matras op de grond. Zelf vind ik die prima liggen, maar mevrouw was er iets minder content mee. Xan vindt het in iedergeval prima.
Xan probeert de futon uit:

Gezellig uitzicht ook:

Ryokan hotel
Het hotel is opgedeeld in twee delen, gescheiden door een zeer net onderhouden tuin met Japanse elementen en een visvijver, verbonden door een glazen wandelgang. De welkomstruimte is zeer fraai en maakt gebruik van veel natuurlijke elementen zoals verschillende hout- en steensoorten, daar houdt ik wel van. De verhoginkjes in de vloer, met verschillende afstapjes ben ik minder fan van. Ik ging na twee minuten al bijna op mijn snufferd en dat was niet de laatste keer tijdens ons verblijf. Zal wel aan mij liggen.Welkomstruimte:

Kijk vissen, zouden we ze mogen voeren?:

Ja, er lagen voerzakjes bij de balie:

Onsen, wat is dat voor onzin?
Een onsen (温泉) is een natuurlijke heetwaterbron, vaak omgetoverd tot een badhuis waar je in alle rust kunt weken. De onsen van ons Ryokan heeft een temperatuur van circa 45C en heeft een binnen en buiten gedeelte. Het buiten gedeelte heet rotenburo (露天風呂) wat "bad onder de open hemel" betekend, dat was erg aangenaam met het warme water en de koele buitenlucht kan ik je vertellen.Een onsen wordt doorgaans gescheiden voor mannen en vrouwen, er mag namelijk geen kleding gedragen worden in verband met hygiëne. Alvorens men een onsen betreedt dient de persoon zich goed te wassen en af te spoelen. Dit ritueel heet kakeyu (かけ湯) en is een essentieel onderdeel van de onsen-etiquette. Kakeyu betekent letterlijk: jezelf overgieten met heet bronwater vóór je in het bad gaat. Geen duik dus, maar netjes even afspoelen. Dat afspoelen doe je meestal zittend op een voor mij behoorlijk klein krukje met een houten of plastic kuipje. Je schept daarmee water uit een klein bassin of kraantje en giet het over je schouders, rug, armen, en benen. Mocht je dit "vergeten", Japanners zijn zeer ingetogen en zullen hier niets over zeggen, maar ze zien alles.
Het moge duidelijk zijn dat we geen foto's mochten maken van onze onsen, maar de foto hieronder geeft een behoorlijk goed beeld.
Kawaji onsen Nikko:

Nikko National Park
We maken ons klaar voor een autoritje naar een aantal kenmerkende plekken in Nikko National Park. Onze eerste stop is de Kegon Waterval, een metershoge muur van water die zich uit het Chuzenji-meer de diepte in stort. Het geluid was duidelijk, maar het zit ons niet mee met bezichtigingen tijdens deze reis. Al waren we op zo'n 10 meter verwijderd van de waterval, het was dusdanig mistig dat ook deze vrijwel niet zichtbaar was. Gaat lekker zo!We dachten toch nog de lift naar beneden te pakken om de waterval van serieus dichtbij te kunnen bekijken. Echter werd ons door de vriendelijke meneer hieronder verteld, dat we beter ons geld in de zakken konden houden.
Welke waterval??:

Goed kijken, dan zie je hem:

Improviseren
Gezien de dichte mist nemen we snel nog een kijkje bij het Chuzenji-meer, slechts 300 meter lopen. Was mooi om te zien, maar door de mist misschien iets minder indrukwekkend. We besluiten om het nabij gelegen "Nikko Natural Science" museum te bezoeken. We zijn er nu toch en het is een behoorlijke rit weer terug naar beneden. Dat bleek een goede beslissing. Xan keek z'n ogen uit, vooral de dieren die tentoongesteld waren in het museum. De zwarte beer was wel het hoogtepunt en we merkten dat de kleine meneer het behoorlijk spannend vond om dichtbij te komen.Met papa op de foto is altijd goed:

Shinkyo-bridge & UNESCO: Nikkō no Shaji
Onze laatste dag in Nikko is aangebroken, het is prachtig weer en we hebben een druk agenda. Na het zoeken van een parkeerplek vinden we onze eerste stop, de Shinkyo-brug (神橋), een dieprode boogbrug die Nikko kenmerkt.Mensen staan geduldig in de rij om even een loopje over de brug te maken en zoals vrijwel altijd in Japan wacht iedereen netjes op zijn beurt. Wij hadden al besloten om het bij een foto van een afstandje te laten, je kunt nu eenmaal niet alles doen in drie weken.
Het grappige is dat op het moment dat we onze foto's stonden te maken, er op de brug een huwelijksaanzoek plaatsvond. Een klein applausje steeg op, Cynthia en ik keken elkaar even aan. Een mooie herinnering aan onze tijd in Osaka kwam boven. We bleven nog even staan kijken, toch altijd bijzonder om te zien.
Shinkyo-Bridge:

We steken de weg over naar Nikkō no Shaji een verzamelnaam voor een tempel-en schrijncomplex dat sinds 1999 op de UNESCO werelderfgoedlijst staat. Het omvat drie belangrijke religieuze locaties voor de Japanners. De bekendste en meest indrukwekkende is Tōshōgū (東照宮). Het complex is rijk versierd, kleurrijk en totaal niet zoals de sobere esthetiek van veel andere Japanse tempels. Ik kon niet stoppen met foto's maken. Ik bespaar jullie de zee aan foto's, maar hieronder een van de vele.
Tōshōgū:

Tevens vind je hier ook de beroemde "see no evil, speak no evil, hear no evil" aapjes in houtsnijwerk.
Monkey Business:

We bezoeken de andere tempels, schrijnen en eindigen in de Shōyō-en (逍遥園). Dit is een klassieke Japanse landschapstuin in wandelstijl, met een vijver, stenen lantaarns, bruggetjes en zorgvuldig geplaatste rotsen en beplanting. De tuin is oorspronkelijk aangelegd in de Edo-periode, maar later gerestaureerd. Het is een heerlijke plek om even tot rust te komen. Cynth liep wat rond om foto's te maken en Xan en ik zaten lekker in het zonnetje. Kortom ik was het zat en vond het wel mooi geweest voor vandaag, We hadden namelijk nog iets gepland bij het hotel en ik vond het wel zo netjes om daarvoor op tijd aanwezig te zijn. We gaan lekker terug naar het hotel.
Kaiseki
's Avonds schuiven we aan voor een kaiseki-diner, uitgesproken als “kaai-seki” en met recht een klein feest op tafel. Kaiseki is de traditionele Japanse haute cuisine, waarbij je niet één hoofdgerecht krijgt, maar een reeks opgemaakte, seizoensgebonden gangen. Alles komt op z’n eigen bordje of schaaltje. Of je nu weet wat je eet of niet, je eet het. Tenminste ik dan, Cynthia vindt het vreselijk en krijgt geen hap door haar keel. Het is een ervaring waar je niet per se vol van raakt, maar er zaten verrassend lekkere gerechtjes tussen.Traditioneel kaiseki diner:

Wat staat er op het menu, geen idee:

Het is mooi geweest in Nikko, we pakken onze koffers. Het wordt weer tijd voor een normaal bed en een stoel met hoge poten. We gaan naar Tokyo !